strijd tegen mortuaria beheer
In 1986 begon de dollar, na een aantal jaren ongekend hoog te hebben gestaan, te zakken. Het toenmalige bestuur van het Rouwcentrum begon daarom aan vervanging van het wagenpark. Er werd contact opgenomen met Van der Putten in Lisse, maar die kon door de enorme vraag niet leveren. Omdat de heer Haimé zelf auto’s uit Amerika haalde voor de firma Innemee werd besloten om te onderzoeken of wij dit ook konden doen. Binnen het bestuur werd gekeken wie er familie of bekenden had in de VS. Ik kende daar alléén Geertruid Wennekes de verloofde van Cor Spaans, die in de oorlog door de Duitsers gefusilleerd was. Ik schreef haar een brief en snel kreeg ik antwoord van haar. Ze schreef me dat ik welkom was en dat ze contact had opgenomen met een Cadillac dealer in Chicago, die mij zeker zou helpen.
Ik gaf het door aan het Rouwcentrum en er werd besloten om het te doen. Bij het maken van de plannen besprak ik met het bestuur het feit dat ik alléén misschien wel eens problemen zou kunnen krijgen met het zaken doen ik de VS. Er werd afgesproken, dat ik zelf maar moest proberen om iemand te vinden die mij kon helpen.
Tijdens een bezoek aan mijn schoonouders besprak ik het één en ander. Mijn schoonvader wilde wel mee Hij sprak wel niet zo goed Engels, maar wist wel wat van zaken doen in het buitenland, tenslotte had hij voor Weimar in Afrika hout ingekocht. Bovendien had hij een broer in de VS wonen, die ons zou kunnen helpen. Er was niet zoveel contact met zijn broer, maar via zijn zuster werd het telefoonnummer geregeld en we belde hem. Hij beloofde ons te helpen en zou alvast het één en ander voor ons onderzoeken. Het Rouwcentrum ging akkoord met de wijziging en de plannen werden aangepast.
In oktober was het zover We boekte onze reis bij China Airlines de luchtmaatschappij van Taiwan. Deze vloog van Amsterdam naar New York. Op vrijdag 3 oktober vlogen ze heen een op donderdag 16 oktober terug. Het reisbureau adviseerde ons om de vlucht naar Washington ter plekke te boeken. Tijdens een laatste telefoontje met Piet adviseerde hij om dit niet te doen en boekte hij voor ons een ticket naar Washington. We kwamen om ongeveer half 4 plaatselijke tijd aan op JFK airport.
Bij de immigratieagenten krijg je het idee dat je een crimineel bent. Daarna door de douane en daarna naar buiten voor de eerste indruk van Amerika. Een enorme heksenketel. Limo’s en taxi’s luid toeterend. En op hun fluitjes blazende politieagenten, die proberen de auto weg te houden bij de los en laadzone. Wij moesten gelukkig niet ver lopen het gebouw van Panam lag naast de internationale aankomsthal. We gingen naar een balie om de tickets te halen. Daarna wachten bij de gate tot ons vliegtuig. Er zaten een aantal mensen te wachten op het vliegtuig. Er bleek slecht weer boven een aantal luchthavens te hangen, waardoor het vliegverkeer door elkaar lag. Ze hoopten ons nog op de plaats van bestemming te krijgen. Wij hoopte dat Piet het door zou krijgen en nog op ons zou wachten in Washington. Om ongeveer twaalf uur vertrokken we en we kwamen rond één uur aan. Piet stond er nog en bracht ons naar zijn auto. Hij wilden weten of we naar zijn huis wilden of dat we in een hotel in de buurt wilden slapen. We kozen ervoor om toch nog naar zijn huis te rijden. Fredericksburg waar Piet woonde. Het was een uur rijden van Washington.
Tijdens de rit kregen we de eerste echte indrukken van Amerika. Ruime wegen en grote auto’s. We kwamen om ongeveer half drie bij het appartement van Piet aan. Piet had een extra bed geregeld en ik ging snel naar bed. Pa en Piet bleven nog wat praten en daarna gingen zij ook naar bed.
De andere ochtend klom Piet in de telefoon om er achter te komen, waar we het beste een huurauto konden halen. Daarna stelde hij voor om een hotel te laten zien, waar hij de laatste jaren gewerkt had. Hij had meegeholpen dit hotel van de grond te krijgen, alleen had de eigenaar hem wat te veel beloofd en dat was niet nagekomen. Daarom was Piet er weggegaan. Het hotel lag vlakbij Williamsburg een historisch plaatsje.
Na een rit van bijna twee uur kwamen aan bij het hotel. Piet regelde een kamer en we keken nog wat rond in de shopping mall, die toen nog tegenover het hotel was gevestigd en in de omgeving. Daarna gingen wij slapen. Piet praatte nog wat met de eigenaar en ging daarna ook naar bed. Zondag zijn we eerst met Piet naar zijn kerk geweest. Het was een heel bijzondere dienst. Na de kerkdienst gingen met een aantal leden van de kerk eten bij een Mexicaan. ’s middags hadden we de auto van Piet tot onze beschikking. Hij reed met een lid van zijn kerk mee voor de dienst in de middag. En wij reden we naar een bioscoop waar ze op een 180 gaden doek een natuurfilm projecteerden. Het was een mooie film.
Daarna reden we wat rond en liet ik Pa even wennen aan een automaat. We gingen wat eten in Motel Motor Inn 2000 waar Piet een kamer voor ons geregeld had. Om 7 uur kwam Piet z’n auto halen en daarna wilden al vast even kijken op het adres dat Piet had op gegeven. We gingen lopend op pad. Al snel bleek dat geen goed idee. Er was geen trottoir en het nummer bleek verder weg dan we dachten. We keerden daarom maar snel om. Terug in het motel gingen we slapen.